Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En de granaatappelen waren zes en negentig, [gezet] [18]naar den wind; alle granaatappelen waren honderd, over het net rondom. 18. Naar de vier winden, zodat er op elken hoek nog een was, en alzo met de zes en negentig, honderd samen.